Hondenschool parel der kempen vzw

Algemeen:
- Honden moeten ouder zijn dan 7 maand.
- Na elke oefening moet de hond beloond worden met stem of streling.Niet belonen wordt bestraft (- 2 p.)
- Bevelen mag met stem of gebaar.
- Leiband = gewoon slipsysteem of vaste band (geen sjaaltjes,vlooiband of harnas) gedragen in linkerhand (mag ook met beide handen).
- Bij oefeningen zonder leiband: leiband wegsteken !
- Apport niet aan kant van de hond dragen. Indien dit gebeurt, geleider verwittigen.
- Op elke proef moet minstens de helft van de punten behaald worden en in totaal moet 60% behaald worden.
- De hond mag niet aangeraakt worden tijdens een oefening bij de overgangsproeven (in uitzondering tijdens het voorstellen).
- Steeds wachten op het teken van de keurder voor het beginnen van de oefening en/of belonen (bestraffing is - 2 p.).
- Bij deze overgang zijn er geen herkansingen.

1 - Vast volgen: 10 punten
Weg zonder hindernissen of toestellen op een door de keurmeester uitgezet parcours (2x links, 2x rechtse en 1x draaibeweging).
Er mag tijdens de oefening constant gepraat worden tegen de hond, doch zonder bevelen te geven. Op het been kloppen tijdens de wandeling mag
(wordt niet beschouwd als een bijbevel). De leiband mag gehouden worden volgens voorkeur van de geleider.
Punten:
- Gestrekte lijn tijdens de ganse wandeling = niet geslaagd;
- Hond volgt op + 0,5 meter: - 1 punt per overtreding;
- Elke ruk aan de lijn (met of zonder bijbevel): - 1 punt.
- Een bijbevel: - 1 punt per bijbevel;
- Wachten op de hond, geen correct tempo, leiband niet correct : - 2 punten.

2 - Houdingen: 10 punten
Er moeten 3 houdingen uitgevoerd worden, vertrekkende vanuit de voet (deze houding telt niet mee voor de oefening).
Bij de lig-oefening mag met de vinger gewezen worden tot de hond ligt, daarna moet de geleider terug recht komen staan.
De volgende oefening is de zit. Een stapje achteruit of op de bil kloppen mag.
Bij de "recht"-oefening mag een stap voorwaarts gezet worden, maar de andere voet moet nadien terug aangesloten worden.
Elke houding moet min. 3 sec. aangenomen worden.
Punten: - Elk bijkomend bevel bij elke houding: - 2 punten;
- Per houding mogen er max. 2 bijbevelen gegeven worden;
- Elk gebaar (uitgezonderd stapje of klopje op bil bij zitoefening, vingerwijzing bij lig-oefening en stap vooruit bij recht) nadat een bevel gegeven werd: - 1 punt;
- Corrigeren met lijn = niet geslaagd.

3 - SOCIALISATIE: 10 punten
De geleiders gaan kriskras door elkaar op bevel van de keurmeester. Bedoeling is dat de hond niet agressief reageert.
Punten:
-vertonen van agressief gedrag = niet geslaagd.

4 - VOORSTELLEN VAN DE HOND: 5 punten
De geleider zal de aangelijnde hond voorstellen aan de keurder = tanden en lippen van de hond tonen. Een keurder zal de hond betasten of hem tenminste met de hand over de rug strijken
terwijl de geleider de leiband in de hand houdt en het hoofd van de hond mag vasthouden. Punten:
- Tegenwerken van de hond: - 2 punten;
- Agressief gedrag t.o.v. de keurmeester: niet geslaagd.

5 - INTERESSE IN APPORT: 10 punten
De apport moet in de hand gehouden worden en de hond moet deze gedurende enkele seconden vasthouden.
De hond mag aangelijnd blijven.
Punten:
- Geen interesse in apport = niet geslaagd.

6 en 7 HOND OPROEPEN DOOR DE BUIS: 25 punten
Deze oefening bestaat uit twee delen: het oproepen zelf (15 p) en het door de buis gaan van de hond (10 p).
Leiband afdoen (halsband of slipketting mogen aanblijven). De hond wordt vlak voor de buis geplaatst in een houding die de geleider zelf kiest.
De hond wordt eventueel op zijn plaats gehouden door de keurmeester.
De geleider gaat op een aangeduide plaats staan (ca. 5 meter achter de buis) en roept de hond op teken van de keurmeester.
De hond moet tot bij de geleider komen (geleider moet aan hond kunnen).
De hond mag gelokt worden met stem of gebaren.
Punten:
- Geleider duikt naar hond = niet geslaagd.
- Hond komt niet binnen de 15 sec. = niet geslaagd.
- Verlies van 10 punten indien hond niet door buis gaat (hond gaat toch naar baasje).
- opgelet: je moet 50% halen in zowel het oproepen als door de buis gaan.

8 - ALGEMEEN HOUDING:
- Bevuilen van het terrein: plasje -3 punten; hoopje -5 punten.

Algemeen:
- Hond moet ouder zijn dan 7 maanden;
- Na elke oefening moet de hond beloond worden met stem of streling,. Niet belonen wordt bestraft (- 2 p.)bevelen mag met stem of gebaar;
- Leiband = gewoon slipsysteem of vaste band (geen sjaaltjes,vlooiband of harnas) gedragen in linkerhand (mag ook met beide handen);
- Bij oefeningen zonder leiband: leiband wegsteken ;
- Apport niet aan kant van de hond dragen. Indien dit gebeurt: geleider verwittigen;
- Op elke proef moet minstens de helft van de punten behaald worden en in totaal moet 60% behaald worden;
- Hond mag niet aangeraakt worden tijdens een oefening bij de overgangsproeven;
- Steeds wachten op het teken van de keurder voor het beginnen van de oefening en/of belonen (bestraffing is - 2 p.).
- Bij deze overgang is er 1 herkansing voor helft van de punten.
1 - VOORSTELLEN VAN DE HOND: 5 punten
De geleider zal de aangelijnde hond voorstellen aan de keurder = tanden en lippen van de hond tonen. Een keurder zal de hond betasten of hem tenminste met de hand
over de rug strijken terwijl de geleider de leiband in de hand houdt en het hoofd van de hond mag vasthouden.
Punten:
- Tegenwerken van de hond: - 2 punten;
- Agressief gedrag t.o.v. de keurmeester: niet geslaagd.

2 - HOUDINGEN: 10 punten
Er moeten 3 houdingen uitgevoerd worden, vertrekkende vanuit de voet (deze houding telt niet mee voor de oefening).
Bij de lig-oefening mag met de vinger gewezen worden tot de hond ligt (dit wordt beschouwd als een bijbevel), daarna moet de geleider terug recht komen staan.
De volgende oefening is de "zit". Bij de zit-oefening mag een stapje achteruit gezet worden of mag er op de bil geklopt worden (dit wordt wel beschouwd als een bijbevel).
Bij de recht-oefening mag een stap voorwaarts gezet worden (dit wordt beschouwd als een bijbevel, indien dit gepaard gaat met een mondeling bevel),
maar de andere voet moet nadien terug aangesloten worden.
Per houding mogen er max. 2 bijbevelen gegeven worden.
Elke houding moet min. 3 sec. aangenomen worden.
Punten:
- Elk tweede bevel bij elke houding (bijbevel): - 1 punt;
- Elk gebaar nadat een bevel gegeven werd: - 1 punt;
- Corrigeren met lijn = niet geslaagd.

3 - AFLIGGEN: 10 punten
De hond wordt afgelijnd (lijn wegsteken) en achtergelaten in de lighouding.
De geleider gaat minstens 5 meter voor de hond staan. De hond moet gedurende 1 minuut blijven liggen, waarna de baas hem terug gaat ophalen.
Punten:
- De hond neemt een andere houding aan: - 2 punten;
- Elke bijbevel: - 1 punt;
- Elk bijbevel op afstand: - 2 punten;
- De hond verplaatst zich (max. 3 meter): - 1 punt per meter;
- De hond komt naar baasje = niet geslaagd.

4 en 5 VAST VOLGEN + BRUG: 20 punten
De honden worden in rechte lijn geplaatst voor de brug. De geleider vertrekt in rechte lijn voor de honden en komt in slalom terug. Er mag tijdens de oefening constant
gepraat worden tegen de hond, doch zonder bevelen te geven.
Op het been kloppen tijdens de wandeling wordt per keer aanzien als een bijbevel.
Bij het aankomen aan de brug zet hij/zij zijn wandeling verder over de brug tot beneden de brug aan de andere kant. Dit is een aparte proef op 10 punten.
De geleider mag bij het aankomen aan de brug de hond nog onder appel zetten (bevel geven).
Oefening wordt afgewerkt met hond in de voet.
Punten:
- Gestrekte lijn tijdens de ganse wandeling = niet geslaagd;
- Achterblijven tijdens de ganse wandeling = niet geslaagd;
- Hond volgt op + 0,5 meter: - 1 punt per overtreding;
- Elke ruk aan de lijn: - 1 punt;
- Een bijbevel: - 1 punt per bijbevel;
- Een ruk aan de lijn met bijbevel: - 2 punten;
- Hond gaat vlot en rustig over brug naast geleider: 10 punten;
- Elk bevel of correctie: - 1 punt;
- Op de brug: constant met gestrekte lijn, maar niet trekkend: verlies van 5 punten;
- Hond gaat niet op brug of wil niet naar beneden: verlies van alle punten;
- Oefening niet eindigen met voet: - 1 punt;
- Wachten op de hond, niet correct tempo, leiband niet correct .

6 - APPORT: 10 punten
De hond moet afgelijnd worden. De apport moet minstens 10 meter weggegooid worden. De hond mag direct vertrekken om de apport te gaan halen en moet deze brengen
tot minstens 3 meter van de geleider. Er mogen max. 5 bijbevelen gegeven worden en de geleider mag achterwaarts van de hond weggaan.
Indien de hond de apport niet bij de geleider brengt, maar een houding aanneemt, en deze 15 sec. aanhoudt, worden er alleen punten afgetrokken
voor de meters dat de hond verwijderd is van zijn baas.
De max. tijd voor de oefening is 30 sec.
Punten:
- Laten vallen van de apport: - 1 punt;
- Geen interesse in apport = niet geslaagd;
- Per meter verwijderd van baas: - 1 punt per meter;
- Niet binnen de 3 meter = niet geslaagd;
- Niet binnen de 30 sec. = niet geslaagd.
7 - HOND OPROEPEN: 15 punten.
De hond moet afgelijnd worden en op zijn plaats blijven zonder hulp.
De geleider gaat op een aangeduide plaats staan (ca. 10 m) en roept de hond op teken van de keurmeester.
De hond moet tot bij zijn baas komen in zit voor.
Men mag de hond lokken (niet met apport of voedsel), maar dit kost punten.
Oefening wordt afgewerkt met hond in de voet, zonder aftrek van punten!
Punten:
- Hond vertrekt voor de keurmeester teken gedaan heeft: - 2 punten;
- Een herplaatsing (= is dat hond tot bij baasje komt voor baasje een bevel gegeven heeft) mag maal: - 3 punten;
- Elke meter van de baas verwijdert: - 1 punt per meter;
- Onrechtstreeks komen binnen de 15 sec.: keurmeester bepaalt de bestraffing;
- Lokken (per 10 sec.): - 2 punten;
- Hond komt niet binnen de 15 sec. = niet geslaagd.

.
8 - LOS VOLGEN: 10 punten
De hond wordt volledig afgelijnd.
De volgoefening zal gebeuren in een rechte lijn over een afstand van ongeveer 10 meter. Tijdens de oefening mag constant
gepraat worden, doch zonder bevelen te geven. Op het been kloppen tijdens de oefening wordt per keer aanzien als een bijbevel.
De oefening wordt beëindigd met de hond in de voet.
Punten:
- Per 0,5 meter verwijderd van baas: - 1 punt;
- Per 1 meter verwijderd van baas: - 2 punten;
- Per 2 meter verwijderd van baas: - 4 punten;
- Elk bijbevel of gebaar: - 1 punt;
- Hond volgen: - 2 punten;
- Meer dan 3 meter verwijderd van baas = niet geslaagd;
- Constant volgen op 1 meter = niet geslaagd;
- Hond niet in de voet: - 1 punt.

9 - VOORBEREIDING OP TERUGSTUREN DE ONDERBREKING: 10 punten
De hond wordt afgelijnd en wordt achtergelaten achter een obstakel (hond en geleider moeten mekaar kunnen zien). De leiband wordt bij de hond gelegd.
De hond wordt achtergelaten in de zithouding. Daarna gaat de geleider op een afstand staan van ongeveer 1,5 meter. Daarna zal hij/zij zijn/haar hond doen liggen.
De houding liggen moet 3 sec. aangenomen worden.
Punten:
- Elk bijbevel of gebaar voor de lighouding: - 2 punten;
- Hond gaat niet liggen = niet geslaagd;
- Geleider zet stap in de richting van de hond = niet geslaagd;
- Hond verplaatst zicht voorbij het obstakel = niet geslaagd.

10 - ALGEMEEN HOUDING:
- bevuilen van het terrein: plasje - 3 punten; hoopje - 5 punten.

OEFENINGEN VOOR DE BREVETPROEVEN, DEBUTANTENPROGRAMMA EN GP 1
Algemene richtlijnen
-Poging tot misleiding van de keurmeesters of lang gerekte bevelen (de naam van de hond gevolgd door twee niet aaneengesloten woorden of meer dan twee woorden)
wordt bestraft.
-langgerekte bevelen (interpretatie van de keurmeester) kunnen altijd bestraft worden.
-Wanneer een geleider betrapt wordt op oefenen, verliest hij maximum 5 punten voor die oefening.
Poging tot bedrog kan leiden tot verlies van alle punten op de oefening.
-De leibanden worden steeds gedragen aan de kant van de hond.
-Na elke oefening is het de geleider toegestaan zijn hond kort en op een voor de andere honden niet storende manier te belonen met de stem,
de hand of een attribuut (speeltje, beloningssnoepje).
Dit gebeurt op een door de keurders aangeduide plaats en steeds met een aangelijnde hond.
-Tijdens de proeven voor het behalen van het brevet of tijdens de wedstrijden kan het gebruiken of tonen van voedsel door
de geleiders anders dan hierboven bepaald leiden tot uitsluiting.
-Gebruik van voedsel als afleiding is verboden tijdens de ganse duur van de wedstrijd, met inbegrip van bijkomende oefeningen.
-Bevelen geven mag met de stem, een gebaar of een fluitsignaal.
-Wanneer de naam van de hond geroepen wordt, gelijk met -of onmiddellijk gevolgd door- een gebaar of fluitsignaal, wordt dit beschouwd als een bevel.
-Als de naam van de hond samen met een uitvoeringsbevel gebruikt wordt moet dezelfde naam gebruikt worden tijdens alle onderdelen van de oefening.
Het is voor elke oefening (of onderdeel van een oefening) steeds de vrije keuze van de geleider of hij de naam van de hond al dan niet gebruikt.
-Bij oefeningen "aan de leiband" is slechts 1 en correct gedragen halsband toegelaten (geen vlooienband, halti, gentle leader e.d.).
-Zowel de halsband als de leiband moeten minimaal 8mm dik zijn (6mm voor kleine honden - 35cm). De leiband moet voldoende lang zijn,
d.w.z. dat hij bij normaal gebruik doorhangt.
-Voor alle oefeningen in vrijheid moeten de leiband en de halsband (ook eventuele vlooienband)
volledig verborgen blijven voor de hond. Dus wegbergen of plaatsen op aanduiding van de keurmeesters.
-Tijdens de proeven wordt niet toegestaan dat een apporteervoorwerp aan een riem of anderszins, aan de kant van de hond gedragen wordt.
-Alle volgoefeningen en het oproepen van de hond (bij oproepen/onderbreken en terugsturen) worden steeds afgewerkt met de hond aan de voet
(tenzij anders vermeld bij de oefening). (- 1 punt)
-De geleider werkt steeds na een teken van de keurmeester (tenzij anders vermeld bij de oefening).
-De hond werkt steeds op bevel van de geleider.
-Werken voor het bevel kan zowel de hond als de geleider betreffen. Werken voor het bevel wordt bestraft met aftrek van maximum 2 punten.
-Als er voor het uitvoeren van een oefening een richting aangegeven wordt dan zal het draaien over meer dan 90 graden bestraft worden met 1 punt.
-Opspringen tegen de geleider (fysiek contact) zal voor GP1 en GP2 bij alle oefeningen bestraft worden (1 punt)
-Opwippen (kort verlies van contact bij af of zit) wordt steeds bestraft (max 1 punt).
-In het debutantenprogramma zowel als in GP1 werkt de hond steeds voor en in het zicht van de geleider. In het DP zal de hond zich maximaal
in een hoek van 45 graden ten opzichte van de geleider bevinden. In GP1 is dit maximaal 90 graden. In GP2mag de hond zich ook achter en zelfs uit het zicht
van de geleider bevinden.
-De keurders dienen gebruik te maken van de door de club aangeboden voorwerpen en toestellen. Een keurder zal zelf geen items meebrengen.
-Tijdens de uitvoering van de oefeningen zal er geen afleiding zijn welke inspeelt op de buitdrift van de hond zoals het wegwerpen van voorwerpen of stampen tegen een bal.

Beschrijving van de oefeningen en puntentelling.
OPMERKING:
Voor "algemene houding" worden geen punten toegekend. Wel kunnen, van het algemeen totaal, punten afgetrokken worden wegens redenen
die verband houden met de algemene houding van de geleider en de hond.
Volgen aan de voet.
De keurmeesters zullen een af te leggen weg aanduiden, eventueel met tempo- en/of richtingsveranderingen.
De geleider en de hond zullen de aangeduide weg volgen waarbij de hond zich niet te ver van de geleider mag verwijderen.
Op het af te leggen parcours zal de hond correct naast de geleider volgen aan de linker- of rechterkant en daarbij het samengaan niet verstoren.
Bij het eventueel kruisen van andere honden en/of personen mag de hond geen tekenen van schuwheid of agressiviteit vertonen. Hiermede dient
rekening gehouden en kunnen punten afgetrokken worden naargelang de ernst van de fout.
Aan de leiband: 15 PUNTEN
Een leiband in leder of nylon wordt toegelaten. Een wettelijk toegestane halsband in leder of nylon wordt toegelaten.
Tijdens de oefening zal de geleider de vrije arm normaal, vrij en natuurlijk bewegen. De leiband wordt
gedragen in de linkerhand als de hond links loopt en in de rechterhand als de hond rechts loopt. Hij
wordt zodanig gedragen dat hij voldoende doorhangt, niet hindert en geen invloed uitoefent op het volgen van de hond.
- Debutantenprogramma:
Een af te leggen weg, met maximum 1 hindernis (max hoogte 25cm en max boven breedte 20cm), verder zonder onnatuurlijke hindernissen of
toestellen en met maximum vijf richtingsveranderingen, wordt door de keurmeesters aangeduid en zal door de geleiders met hun hond dienen afgelegd te
worden in maximum 2 tempo veranderingen die door de keurmeesters wordt bepaald.
De moeilijkheidsgraad van de oefening wordt beperkt zodanig dat zowel een volledige toer rond een of ander obstakel als een eenvoudige slalom aanzien wordt als richtingsverandering. De oefening dient,
aan het einde van het parcours, afgewerkt te worden met de hond aan de voet (1 bevel)
STRAFBEPALINGEN:
- Elk bevel, door geluid of gebaar, na het bevel tot vertrek: -1 punt.
- De hond die het samengaan verstoort (hinderen, blaffen, springen, bijten…) zal bestraft worden met maximum 2 punten.
- Wanneer de hond zich meer dan 0.5 meter. verwijdert van de geleider: -1 punt per overtreding.
- Wanneer de hond zich meer dan 1 meter. verwijdert van de geleider: -2 punten per overtreding.
- Wanneer de hond te ver voorloopt of achterblijft zal dit bestraft worden (-1 punt per 10 meter)
- De hond "hangt in de lijn" (volgt bij gespannen leiband): -2 punten per 10m.
- Elke ruk aan de leiband door de hond of de geleider: -1 punt.
- De aangeduide weg wordt niet gevolgd: afspraak met aftrek van punten a rato van de overtreding.
- Niet nemen van een voorziene hindernis: afspraak met aftrek van punten a rato van de moeilijkheidsgraad.
- Wachten op de hond of bij het nemen van een hindernis wordt telkens bestraft naar gelang de invloed op de uitvoering van de oefening.
- Wanneer de hond (in GP1) de houding niet aangenomen heeft: -2 punten, -1 punt per bijbevel.
- Het langzaam aannemen van de houding: -1 punt.
- Niet correct tempo wordt bestraft.
- Leiband niet correct, niet correct gedragen en /of hinderend wordt bestraft met max. 2 punten.
- De vrije arm niet vrij of niet normaal in beweging (geen natuurlijke houding) wordt bestraft met maximum 2punten.
- Werken voor het bevel: max. - 2 punten.
- Hond niet aan voet: -1 punt.
. IN VRIJHEID: 15 PUNTEN
De leiband en halsband dienen hierbij verwijderd en volledig weggeborgen, niet zichtbaar voor de hond.
Tijdens de oefening zal de geleider de aangeduide weg afleggen en daarbij de armen normaal, vrij en natuurlijk bewegen.
- Debutantenprogramma:
Een af te leggen weg, zonder onnatuurlijke hindernissen en met maximum drie richtingsveranderingen, 1 x links om en 1 x rechts om
(geen Duitse keer) wordt door de keurmeesters
aangeduid en zal door de geleiders met hun hond dienen afgelegd te worden met maximum 2 tempoveranderingen die door de keurmeesters worden bepaald.
De moeilijkheidsgraad van de oefening wordt beperkt zodanig dat zowel een volledige toer rond een of ander obstakel als een eenvoudige slalom
aanzien wordt als richtingsverandering. De oefening dient, aan het einde van het parcours, afgewerkt te worden met de hond "aan de voet" (1 bevel)
STRAFBEPALINGEN:
- Elk bevel, door geluid of gebaar, na het bevel tot vertrek: -1 punt.
- Elk bevel na het achterlaten van de hond in een houding en voor het oproepen in zit-voor: -2 punten.
- De hond die het samengaan verstoort (hinderen, blaffen, springen, bijten) zal bestraft worden met maximum 2 punten
- Wanneer de hond zich meer dan 0.5 meter verwijdert van de geleider: -1 punt per overtreding.
- Wanneer de hond zich meer dan 1 meter. verwijdert van de geleider: -2 punten per overtreding.
- Wanneer de hond zich meer dan 2 meter. verwijdert van de geleider: -3 punten per overtreding.
- Wanneer de hond zich meer dan 3 meter. verwijdert van de geleider: verlies van alle punten.
- Wanneer de hond te ver voorloopt of achterblijft zal dit bestraft worden (-1 punt per 10 meter).
- De aangeduide weg wordt niet gevolgd: afspraak met aftrek van punten a rato van de overtreding.
- Niet nemen van een voorziene hindernis: afspraak met aftrek van punten a rato van de moeilijkheidsgraad.
- Wachten op de hond of bij het nemen van een hindernis wordt telkens bestraft naar gelang de invloed op de uitvoering van de oefening.
- Niet correct tempo wordt bestraft.
- Wanneer de hond (in GP1) de houding niet aangenomen heeft: -2 punten, -1 punt per bijbevel.
- Het langzaam aannemen van de houding: -1 punt.
- Het verlaten van de houding na het achterlaten: -2 punten plus verlies van 1 punt per extra meter.
- Armen niet vrij of normaal in beweging (geen natuurlijke houding) wordt bestraft met maximum 2 punten.
- Werken voor het bevel van de keurmeesters: max. -2 punten.
- Hond niet aan voet: -1 punt.
TERUGSTUREN: 15 PUNTEN
De hond en de geleider nemen plaats op een bepaalde afstand van een vooraf aangeduide plaats. De geleider vertrekt met de hond naar die plaats.
Daar aangekomen geeft de geleider aan de hond een teken (vrije keuze) om de hond duidelijk te maken dat dit zijn plaats betreft.
Vervolgens geeft de geleider de hond het bevel om te «liggen» (1 bevel toegelaten). Zowel het teken voor de plaats als
het bevel om te liggen worden gegeven op aanduiding van de keurmeester. De geleider gaat terug naar het vertrekpunt en
roept de hond op in “zit voor (1 bevel) en in voet. Vervolgens wordt de hond teruggestuurd naar de plaats.
Er wordt steeds gewerkt op teken van de keurmeester. De hond krijgt 20 seconden om terug naar zijn plaats te gaan.
De geleider stelt zich steeds op met hetaangezicht naar de hond.
-Debutantenprogramma
De geleider vertrekt naar de aangeduide plaats met de hond in vrijheid. De leiband mag op de grond gelegd worden.
De afstand voor het terugzenden is 10 meter.
Er is geen tussenhouding. Het verplaatsen van objecten of toestellen na het verlaten van de plaats is niet toegestaan.
STRAFBEPALINGEN:
-Er is aftrek van punten (-1 pt per meter) voor het terugsturen van zodra de hond meer dan 1m van de plaats verwijderd is.
-Meer dan 4 meter betekent verlies van alle punten.
-De geleider dient tijdens het terugsturen op zijn plaats te blijven.
-BB op afstand: -2 punten.
-BB bij de hond: -1 punt.
-Niet komen in zit voor: -1 punt.
-Niet komen aan de voet: -1 punt.
-De hond die bij het verlaten niet ligt wordt bestraft met 2 verliespunten.
-Verandering van houding na het aannemen van de lighouding op de plaats: -2 pt (eenmalig).
-Voortijdig vertrek: -2 punten.
-Te traag komen kan bestraft worden (max -2 punten tempo).
-De wandeling naar de plaats wordt beoordeeld zoals een gewone volgoefening.
-Geen houding lig op de plaats: -2 punten.
-De houding lig dient, éénmaal op de plaats aangekomen, aangenomen te worden binnen de 5 seconden, dit wil zeggen dat de hond binnen
de 5 seconden moet reageren (tenminste in beweging zijn).
-De hond die zich niet rechtstreeks terug naar zijn plaats begeeft (herleggen of stoppen) zal bestraft worden met 1 verliespunt
(ongeacht het aantal keren dat hij zich herlegt of stopt).
DOWN (BLIJVEN LIGGEN): 10 PUNTEN
De hond moet op bevel van de geleider, na een teken van de keurmeesters, binnen de 5 sec. de liggende houding aannemen op een door
de keurmeesters aangeduide, zichtbare plaats (Precisering: de hond moet binnen de 5 seconden reageren, d.w.z. in beweging zijn.)
en moet 2 minuten ter plaatse blijven. De geleider begeeft zich naar een door de keurmeesters aangeduide plaats, in een
aangeduide houding en zal daar wachten op verdere aanwijzingen van de keurmeesters.
Nota:
Liggen: De achterhand van de hond op de (onder)grond en tenminste 1 elleboog steunen op de(onder)grond.
-Debutantenprogramma:
De uitvoering van de oefening, d.w.z. de plaats waar de hond de liggende houding moet aannemen, de plaats waar degeleider zich moet gaan
opstellen en wanneer, wordt door de keurmeesters bepaald. Zij dienen er echter wel rekening mee te houden dat,
tijdens de ganse duur van de oefening, de geleiders de hond kunnen zien en dat ook de honden de geleider kunnen zien.
Bovendien wordt de plaats waar de geleiders zich moeten opstellen beperkt tot maximum 20 m. van de honden. Het is de geleiders hierbij niet toegestaan om
zich nog achterwaarts van de hond te verwijderen tenzij dit in de oefening is opgenomen. Tijdens de oefening zullen de honden niet afgeleid of verstoord worden.
STRAFBEPALINGEN:
- Elk bijbevel, met stem, gebaar en dergelijke, om de hond te doen liggen: -1 punt. Wanneer de hond niet binnen 5 seconden ligt
(Precisering: de hond moet binnen de 5 seconden reageren, d.w.z. in beweging zijn). wordt de oefening stopgezet met verlies van alle punten.
- Aanraken van de hond of sterke hulp bij het bevel om te liggen: stopzetting van de oefening met verlies van alle punten.
- De hond moet de liggende houding hebben aangenomen vooraleer de geleider zich verwijdert, zo niet: verlies van alle punten.
- Bijbevelen, met stem of gebaar, tijdens het verwijderen of van op de aangeduide plaats: -2 punten.
- De hond blijft wel ter plaatse maar neemt een andere houding aan: -2 punten (ongeacht het aantal houdingsveranderingen).
- Ter plaatse draaien van de hond, over 180 graden (=verplaatsen van 1 meter): -1 punt.
- Wanneer de hond duidelijk het contact met de grond verliest met de voorhand of met de achterhand (wipt): -1 punt.
- De hond verplaatst zich: -1 punt per meter. Bij meer dan 4 m. is verlies van alle punten.
- Herplaatsing van de hond is niet toegestaan.
- Het ontwijken van hindernissen die essentieel deel uitmaken van de oefening wordt bestraft naar gelang dit invloed heeft op de uitvoering van de oefening.
- Voor de hond die andere honden stoort: stopzetting van de oefening met verlies van alle punten op de oefening.

TERUGROEPEN (BREVET - 15 punten) MET ONDERBREKING (DP en GPI - 20 punten):
-Debutantenprogramma:
De afstand tussen de aangeduide plaats voor de hond en de plaats waar de geleider zich dient op te stellen bij de uitvoering van de oefening
is 35 meter (een stopplaats op 15 meter van het vertrekpunt en 20 neter van de geleider) in een rechte lijn en met duidelijke merktekens voor het "onderbreken". Op dit
traject zullen geen onnatuurlijke hindernissen voorkomen.
Van op een vooraf bepaalde plaats gaat de geleider, met de hond in vrijheid, naar een door de keurmeesters aangeduide plaats voor het begin van de oefening.
Hier aangekomen wacht de geleider op een teken van de keurmeester en geeft dan het bevel voor de houding die de hond daar zal moeten
aannemen (begin van de oefening). Deze houding is door de geleider vrij te kiezen doch moet duidelijk verschillend zijn van de houding waarin de hond werd
gebracht bij de aankomst op de plaats en tijdens het wachten. Wanneer de hond uiteindelijk deze beginhouding heeft aangenomen begeeft
de geleider zich naar een eveneens door de keurmeesters aangeduide plaats en in een vooraf bepaalde houding. Onderweg naar de aangeduide plaats mag de geleider
nog omkijken naar de hond eventueel bijbevelen geven (niet gratis) om deze te doen blijven doch zich niet achterwaarts verwijderen.
Op 3 meters van de plaats waar de hond dient achtergelaten zullen de keurmeesters een duidelijke markering plaatsen. Als de hond zich
verplaatst tot voorbij dit merkteken vooraleer de geleider op de voor hem aangeduide plaats is aangekomen, zal deze de hond moeten herplaatsen.
Dit herplaatsen wordt echter slechts eenmaal toegelaten.
De geleider roept, op teken van de keurmeesters, de hond naar zich en zal deze, op een door de keurmeesters aangeduide plaats, doen stoppen de geleider
mag kiezen welke houding de hond zal aannemen na het stoppen (deze houding moet echter vooraf meegedeeld worden aan de keurmeester) De hond moet dan 15 sec.
op deze plaats blijven. Op een teken van de keurmeester zal de geleider de hond opnieuw naar zich toeroepen waarbij deze dan bij de geleider in "zitvóór" moet
komen (1 bevel). Op het teken van de keurmeester komt de hond in voet.
Telkens wanneer de hond wordt geroepen zal hij zich rechtstreeks en in een vlot tempo naar de geleider begeven.
Vanaf het punt waar de hond moet stoppen (plaats aangeduid door de keurmeesters) krijgt de hond 4 meters zonder verlies van punten. Na deze 4 meters zal de hond
echter bestraft worden met 1 punt per meter die hij meer nodig heeft om te stoppen.
STRAFBEPALINGEN:
- Elk bijbevel voor het doen aannemen van de beginhouding: -1 punt.
- De geleider vertrekt alvorens de hond de beginhouding heeft aangenomen: -1 punt.
- Elk bijbevel om op de aangeduide plaats te blijven: -2 punten.
- De hond verandert duidelijk van houding vooraleer hij opgeroepen wordt: -2 punten.
- De hond verplaatst zich vooraleer hij opgeroepen wordt (zonder houdingverandering): -1 punt per meter.
- Het "markeren" door de geleider van eventuele hindernissen die door de hond moeten genomen worden, wordt bestraft a rato van de invloed op de uitvoering van de oefening.
- Elk bijbevel voor terugroeping -2 punten. Dit zowel in het 1ste gedeelte van de oefening als in het 2de gedeelte.
Voor deze 2 punten krijgt de geleider 10 sec. (ononderbroken) om de hond te lokken. Bij een onderbreking van deze 10 sec lokken en herbeginnen worden telkens opnieuw
2 punten afgetrokken.
(In de handen klappen wordt ook als bijbevel beschouwd evenals het veranderen van houding door de geleider).
- Van de plaats verwijderen door de geleider is niet toegestaan (verlies van alle punten).
- Langzaam of ongeïnteresseerd naar de geleider toekomen door de hond wordt bestraft zowel in het eerste als in het tweede gedeelte van de oefening (tempo): telkens max. -4 punten
- Onrechtstreeks komen kan worden bestraft, zowel in het eerste gedeelte als in het tweede gedeelte van de oefening. (telkens maximum -2 punten)
- Sterk afremmen door de hond wordt bestraft, dit zowel in het eerste als in het tweede gedeelte van de oefening: telkens max. -4 punten.
- Onderweg, na het oproepen, duidelijk stilstaan door de hond, anders dan voor het overzien van een te nemen hindernis: - 5 punten per keer.
- Elk bijbevel om de hond te doen stoppen op de aangeduide plaats, hetzij met stem, gebaar of anderszins: -2 punten.
- Wanneer de geleider in het zicht van de hond van houding verandert wordt dit aanzien als bijbevel: - 2 punten.
- Een "niet-natuurlijke" houding van de geleider kan worden aanzien als constant bijbevel(interpretatie van de keurmeesters): bestraffen à rato van de invloed
op de uitvoering van de oefening.
- Te vroeg roepen om te stoppen: -1 punt per meter
- Te vroeg roepen om te stoppen met de bedoeling om een hindernis te vermijden of het omzeilen van een moeilijkheid wordt bestraft à rato van de invloed op de uitvoering van de oefening.
- Niet aannemen van de liggende houding: -2 punten.
- Duidelijk veranderen van houding: -2 punten.
- Verplaatsing van de hond na het stoppen voor de onderbreking: -1 punt per meter .
- Na het onderbreken slechts komen tot op twee meter van de geleider: -3 punten
- Niet komen in zitvoor: -1 punt.
- Niet komen in voet: -1 punt.
5 HOUDINGEN: 10 PUNTEN
Deze oefening wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen van de keurmeesters. Zij bepalen het al of niet aangelijnd werken, de plaats van de hond, de plaats waar de geleider zich moet
opstellen en de houding die de hond moet aannemen bij het begin van de oefening (de voorlopige houding). De voorlopige houding dient aangenomen te worden op bevel van de geleider.
De hond die de voorlopige houding aanneemt alvorens de geleider deze bevolen heeft zal terug in een andere houding geplaatst worden (geen aftrek van punten).
Telkens op teken van de keurmeesters zal de geleider de hond nog 2 andere houdingen doen aannemen (brevet 3 andere houdingen).
Tijdens de duur van de oefening moeten de geleiders steeds de hond kunnen zien hetgeen echter niet wil zeggen dat de honden de geleider moeten zien.
Per houding mogen slechts 2 bijbevelen gegeven worden. Na meer dan de voorziene bevelen per houding wordt de oefening gestopt echter met behoud van het tot dan toe behaalde aantal punten.
- Debutantenprogramma:
De geleider zal, op een door de keurmeesters aangeduide plaats in een vrij en open veld, op hun teken, de hond, die volgens de richtlijnen van de keurmeesters al of niet is aangelijnd,
het bevel geven voor de voorlopige houding. Deze voorlopige houding is eveneens door de keurmeesters bepaald.
Wanneer de hond de houding heeft aangenomen, begeeft de geleider zich, op een teken van de keurmeesters, naar een door hen aangeduide plaats die echter niet verder dan 4 meters
van de hond verwijderd mag zijn.
Vervolgens, telkens op teken van de keurmeesters, zal de geleider de hond nog twee houdingen doen aannemen, eveneens door de keurmeesters bepaald.
Puntenverdeling: 2 / 4 / 4
STRAFBEPALINGEN:
- Elk bijbevel voor de houdingen, door geluid of gebaar of een late reactie (ook voor de voorlopige houding): -1 punt.
- Vooraleer de geleider zich van de hond zal verwijderen, moet deze, op bevel van de geleider, de voorlopige houding aangenomen hebben. De geleider blijft daarom bij de hond
tot de keurmeesters het teken geven om naar de aangeduide plaats te vertrekken. Als, na het verwijderen van de geleider, de hond van houding verandert en er bijbevelen
nodig zijn voor de voorlopige houding, zal de geleider deze nodige bijbevelen geven van op de aangeduide plaats.
- Verplaatsing van de hond: -1 punt per meter.
Na meer dan 3 meter verplaatsen, wordt de oefening gestopt, echter met het behoud van de tot dan toe behaalde punten.
- Wanneer in de oefening een hindernis is ingebouwd, geldt deze voor de ganse oefening en kan hiervoor punten afgetrokken worden: -1 punt per houding
- Wanneer de geleider de hond niet op de aangeduide plaats (vb. een hindernis) de voorlopige houding doet aannemen: verlies van 2 punten per houding.
- Sterke hulp bij de oefening vooraleer de keurmeesters het teken gegeven hebben van het einde van de oefening: verlies van alle punten.
- Verlaten van de hond voor het teken van de keurmeesters, waarbij de hond de opgegeven houding wel aangenomen heeft: -2 punten.
- Het kort verlaten en terug aannemen van de houding (wip) zal aanleiding geven tot puntenverlies (- 1 punt).

TERUGBRENGEN VAN EEN VOORWERP: 15 PUNTEN
Een voorwerp, naar keuze van de geleider, zal door deze geworpen worden op een door de keurmeester aangeduide plaats en binnen het zicht van de hond (de richting waarin de hond het voorwerp kan zien werpen). De hond bevindt zich naast de geleider in een houding die de geleider zelf bepaalt. Op een teken van de keurmeesters zal de geleider aan de hond, het bevel geven tot vertrek. De hond zal het voorwerp gaan zoeken en terugbrengen binnen een vooraf bepaalde tijd. De hond die met het voorwerp tot bij de geleider komt zal hier in de houding "zit" moeten komen, hetzij voor of naast de geleider (in GP1: correcte zitvoor). De bedoeling hierbij is om het voorwerp op een rustige manier te kunnen aannemen. Voor het komen in zit-voor (of naast de geleider -DP en brevet) mag de geleider een bevel geven zodra de hond het voorwerp genomen heeft. Dit bevel dient gegeven onmiddellijk na het nemen (oprapen) van het voorwerp. Meerdere bevelen zullen worden bestraft. De tijd die voor de oefening is toegestaan wordt gestopt wanneer de hond in de houding zit is gekomen. De hond blijft echter in deze houding tot het einde van de oefening, t.t.z. tot het voorwerp aan de geleider is afgegeven en op teken van de keurmeester. Zodra de keurmeester de zit (of zitvoor) beoordeeld heeft (maximum 3 seconden). zal hij een teken geven aan de geleider dat deze het voorwerp mag aannemen Voor het afgeven van het voorwerp mag de geleider ook een bevel geven. Meerdere bevelen hiervoor worden eveneens bestraft. Als de hond het voorwerp laat vallen voor de voeten van de geleider mag deze het voorwerp oprapen zonder zich te verplaatsen en zonder een teken van de keurmeesters. Wanneer het voorwerp foutief geworpen wordt en de hond niet vertrokken is, wordt het voorwerp door de keurmeesters op de aangeduide plaats geworpen en wordt de oefening verder uitgevoerd. - Debutantenprogramma:
Het voorwerp moet geworpen worden in een vrij en open terrein met gebruik van maximum 3 hekken van 2m lengte niet tegen een afsluiting geplaatst. Er moet een vrije ingang zijn van minimum 1m. (geen doolhof). Het apport wordt geworpen op minimum 5 m. en op max 10 m. voor de geleider. Het voorwerp moet zichtbaar zijn voor de hond na het werpen De tijd voor de hond om het voorwerp te halen en terug bij de geleider te brengen is bepaald op 30 seconden. Het is de geleider niet toegestaan om eventueel van houding of plaats te veranderen.
STRAFBEPALINGEN:
- Als de hond duidelijk en volledig van houding verandert na het werpen en voor het geven van het bevel om het apport te halen wordt dit bestraft met 2 punten.
- De hond die vertrekt nog voor het voorwerp op de aangeduide plaats ligt, wordt bestraft met 2 punten. In dit geval zal de geleider moeten herbeginnen Bij een herhaling wordt de oefening gestopt met verlies van alle punten.
- De hond die vanuit de aangenomen houding vertrekt vooraleer de keurmeesters een teken gegeven hebben, zal bestraft worden met 2 punten.
- De hond beletten om te vertrekken: -2 punten.
- Bijbevel tot vertrek: -1 punt. Meer dan 2 bijbevelen worden hier echter niet toegestaan.
- Elk bijbevel, met geluid of gebaar, na het vertrekken van de hond: -1 punt.
- De hond die het voorwerp vindt en opraapt binnen de vastgestelde tijd, wordt beloond met 3 punten. Deze punten zullen echter verminderd worden met de strafpunten van vooraf gemaakte fouten.
- Het voorwerp niet binnen 3 meters van de geleider brengen, wordt beschouwd als "vinden".
- Het voorwerp binnen 3 meter van de geleider brengen: -1 punt per meter.
- Niet aannemen van de houding "zit" binnen de vooropgestelde tijd (3seconden): -1 punt.
- Spelen met het voorwerp of het voorwerp beschadigen wordt bestraft met maximum 3 punten, al naar gelang de ernst.
- Voorwerp laten vallen en terug oprapen: -1 punt per keer.
- Het voorwerp laten vallen voor de voeten van de geleider: -1 punt.
- Het voorwerp moeilijk afgeven of brutaal afpakken van de hond: max.-5 punten.
- Helemaal niet aannemen van het voorwerp op teken van de keurmeesters en terwijl de hond bij de geleider is: -5 punten.
- Het voorwerp onrechtstreeks halen, wordt beschouwd als tijdverlies (geen puntenaftrek).
- Het voorwerp niet rechtstreeks brengen, zal bestraft worden (interpretatie van de keurmeesters).
- Aanraken van de hond vooraleer deze het voorwerp heeft afgegeven wordt bestraft al naar gelang de ernst en de invloed op de uitvoering van de oefening (max. verlies van 5 punten).
- De geleider verplaatst zich of verandert van houding: verlies van alle punten.

ALGEMENE HOUDING
Bij het beoordelen van de uitgevoerde oefeningen zullen de keurmeesters rekening houden met het gedrag en het temperament van de hond en zijn werklust. Tijdens de duur van de oefeningen moet de hond de hem opgelegde taken uitvoeren zonder tegenzin. Bij het toekennen van de punten zullen de keurmeesters rekening houden met de stiptheid en volmaaktheid van de uitvoering van de oefeningen. Een levenslustige hond zal misschien wel minder volmaakt werken maar zal dan weer andere eigenschappen bezitten die ook niet te versmaden zijn. De deelnemers moeten te allen tijde beleefd blijven tegenover de jury het terreinpersoneel en de medespelers. Ongepaste taal of ongepast gedrag van de geleider of van de hond wordt bestraft en kan zelfs uitsluiting met zich brengen. De keurmeesters zullen ook rekening houden met het uiterlijke voorkomen van de hond en de manier van werken van de geleider. Slordig werken kan dus bestraft worden evenals te laat komen. Geleiders dewelke het terreinpersoneel lastigvallen om vroegtijdig hun resultaten te kennen kunnen worden bestraft. Bevuilen van het terrein door de hond wordt telkens bestraft (plasje -3 punten, hoopje -5 punten). Als dit gebeurt tijdens en op het parcours en de geleider grijpt niet in (laat het gebeuren) dan verliest hij alle punten op deze oefening en daarenboven aftrek bij algemene houding (-3 of -5). Elke vorm van geweld door geleiders of honden wordt bestraft met uitsluiting. De keurmeesters maken dan een kort verslag op over dit voorval. Honden die niet meer onder controle van de geleider zijn, kunnen uitgesloten worden. Tegen pogingen tot beinvloeding van de beoordelingen kunnen sancties genomen worden. De aftrek van punten van algemene houding zullen steeds gemotiveerd zijn (opgave van de redenen).